Legende

Omstreeks het jaar 690 kwamen drie vrome maagden, afstammelingen van keizer Octavianus, uit Rome te Hakendover aan.

Zij besloten een kerk te bouwen ter ere van de Zaligmaker op de plaats “Hooibout”, maar deze plaats bleek God niet welgevallig te zijn.

Alles wat overdag door de werklieden en steenkappers was gebouwd, werd ’s nachts door Zijn engelen omvergeworpen.

Toen zij op een andere plaats “Steenberg” genaamd, de werklieden verzochten de bouw van de kerk aan te vatten, gebeurde hetzelfde als op de “Hooibout”.

De drie troosteloos geworden maagden kregen, toen de nood het hoogst was, op de “dertiendach” (16 januari), het bezoek van een engel. Deze wees hen de plaats aan die God welgevallig was en waar de kerk moest gebouwd worden. Het had die dag hard gevroren en gesneeuwd. Rondom de plaats die de engel aanwees, zagen de drie maagden een zijden draad gespannen waarbinnen het gras en de kruiden in volle groei en bloei stonden.

Op de plaats waar nu het hoogaltaar staat, zagen zij een struik “spikdoorn” genoemd, waarin engelen als vogeltjes zongen.

Een raaf droeg in zijn klauw een papier waarop stond dat dit de plaats was door God uitverkoren.

Voor de bouw werden 12 arbeiders aangeworven. Zolang de bouw van de kerk duurde, waren zij overdag echter met dertien. Bij het middagmaal en de uitbetaling verschenen er telkens slechts twaalf. De dertiende arbeider was de Zaligmaker zelf. Omdat God de plaats en de kerk zelf had gewijd en geheiligd, werden drie bisschoppen die de kerk wilden inzegenen gestraft.

Het hele verhaal van de stichtingslegende van de kerk werd gebeiteld in een houten retabel omstreeks 1405. Meer informatie onder rubriek kunsschatten.